Volgens A.M. Verbeek “bestaat filosofie eigenlijk alleen maar in de vorm van filosoferen,
van beoefenen, van blijven streven naar meer inzicht. Inzicht heeft alles te maken met
nadenken, met denkactiviteit. We spreken liever van: reflecteren. Daarmee bedoelen we dat
men zich over zoveel mogelijk facetten van het te beschouwen onderwerp ‘terugbuigt’, dat
men de zaak van alle kanten beschouwt en het geheel overweegt.” (A.M. Verbeek in:
Filosoferen? Gewoon doen!)
Is filosoferen zoals dat in bovenstaand citaat wordt opgevat volgens jou mogelijk in de
ervaringsmachine van Nozick?
Beargumenteer je antwoord en geef tevens aan of je daarbij een monistische of dualistische
positie verdedigt.