Background image

terug

Vraag 2

De ‘Aardlingen’ raken in gesprek met de Antipoden en al gauw blijkt dat de taal en de manier van leven en zelfs de filosofie erg lijkt op die van ons. Maar er is een belangrijk verschil: de Antipoden drukken zich op een zeer technische manier uit. Wat de Aardlingen niet weten is dat de Antipoden op het gebied van neurologie en biochemie grote technologische doorbraken hebben bereikt. Een gevolg hiervan is dat de Antipoden bij het beschrijven van hun persoonlijke gevoelens en ervaringen veelvuldig gebruik maken van begrippen uit de neurologie, zoals ‘zenuwen’, ‘vezels’, ‘synapsen’ en ‘neuronen’. Eén van de filosofen vraagt zich dan ook af of Antipoden gevoelens van verliefdheid of pijn wel kennen, zoals Aardlingen die kennen, want deze woorden gebruiken de Antipoden immers niet. Als de Aardlingen en Antipoden hierover met elkaar in gesprek raken, wordt snel duidelijk dat het gaat om dezelfde gevoelens en ervaringen.
Het gesprek tussen de Aardlingen en de Antipoden leek in het begin dus vast te lopen op de betekenis van woorden: bedoelen ze met de verschillende woorden wel hetzelfde?
(naar: Richard Rorty, Philosophy and the Mirror of Nature)

Gottlob Frege heeft in zijn artikel ‘Over betekenisinhoud en betekenisomvang’ (1892) een onderscheid gemaakt tussen de intensie en de extensie van een woord.

Leg uit wat volgens Frege het onderscheid is tussen de intensie en de extensie van een woord.
Licht dit onderscheid toe met behulp van de gegevens uit bovenstaande inleiding over de ontmoeting tussen de Aardlingen en de Antipoden.