Background image

terug

Vraag 15

Volgens Plato is muziek in staat om de harmonie van de kosmos te laten weerklinken. Maar volgens hem drukken de tonen van de muziek ook emoties uit. Sommige tonen zijn vrolijk terwijl andere juist droevig klinken.
Plato vindt echter dat er maar twee toonsoorten geschikt zijn om muziek mee te maken: de toonsoort die bezonnenheid uitdrukt en de toonsoort die als dapperheid klinkt. Instrumenten waarop je meer dan deze twee toonsoorten kunt spelen, horen volgens Plato niet thuis in een ideale staat. Die instrumenten roepen volgens hem verkeerde emoties op:

   tekst 2
Een nieuwe vorm van muziek invoeren is immers iets waar men zich voor moet hoeden als voor een gevaar dat alles bedreigt. Want: verander iets aan de toonsoorten in de muziek, en je wijzigt onvermijdelijk de meest fundamentele wetten in de staat.

naar: Plato, Politeia

Ook in de wereld van vandaag is het maken van muziek in sommige landen nog omstreden, bijvoorbeeld in Iran. Na de Iraanse revolutie werden openbare muziekoptredens verboden, met uitzondering van de optredens waarin revolutionaire liederen ten gehore werden gebracht. Een tijd later werd het wel weer mogelijk om muziekinstrumenten te kopen,
maar alleen om er muziek mee te maken die de opvattingen van de staat ondersteunt. Langzaamaan is er weer wat ruimte voor andere muzikale optredens gekomen, met strikte regels voor het uitdrukken of oproepen van gevoelens die te maken hebben met bijvoorbeeld erotiek en sensualiteit. Maar iedereen die muziek wil uitbrengen moet deze muziek nog steeds eerst laten goedkeuren door de staat.
De kritiek die de staatslieden van Iran hebben op sommige vormen van muziek, is vergelijkbaar met de kritiek die Plato heeft op redevoeringen en retorica.

Leg uit dat de kritiek die de machthebbers van Iran hebben op sommige vormen van muziek vergelijkbaar is met Plato’s kritiek op retorica.
Beargumenteer vervolgens aan de hand van zijn driedeling van de ziel waarom Plato de toonsoorten die dapperheid en bezonnenheid uitdrukken wel toestaat.