Background image

terug

Vraag 9

Hoewel waanzin in de Middeleeuwen als bron van inspiratie voor verhalen diende, overheerste doorgaans toch de angst voor de dwazen en zotten, ook in de eeuwen daarna. Vrouwelijke gekken werden bijvoorbeeld betiteld als heksen. Ze zouden met hun magische kunsten de orde verstoren en anderen schade toebrengen. Ze vormden een bedreiging voor het redelijke en vrije mens-zijn en werden verbrand op brandstapels.

In welk opzicht zou Sartre bovengenoemde angst voor heksen als ‘vrees’
omschrijven en in welk opzicht als ‘angst’?
Leg in je argumentatie uit wat existentiële angst inhoudt.