Background image

terug

Vraag 8

Een voorloper van de waanzinnige woudman komt al voor in het Oude Testament, in het verhaal over de koning Nebukadnessar. In dat verhaal speelt de emotie trots een belangrijke rol. Nebukadnessar wandelt op het dak van zijn koninklijk paleis in Babel en zegt:

   tekst 1
Is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?

bron: Daniël 4, ontleend aan De nieuwe Bijbelvertaling, 2004
Nebukadnessars uitspraak wordt door God bestraft: hij verandert de trotse koning voor zeven jaar in een waanzinnige woudman:

   tekst 2
Hij werd door de mensen verstoten, hij at gras als de runderen, zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, en ten slotte was zijn haar even lang als de veren van een arend en waren zijn nagels uitgegroeid als de klauwen van een vogel. Maar toen de zeven jaren verstreken waren, sloeg ik, Nebukadnessar, mijn ogen naar de hemel op en keerde mijn verstand in mij terug. (…)
Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel. Al zijn daden zijn juist en zijn paden recht. Wie hoogmoedig zijn, kan hij vernederen.

bron: Daniël 4, ontleend aan De nieuwe Bijbelvertaling, 2004

Hume en Aristoteles schrijven beiden over trots.

Leg uit dat de trots van Nebukadnessar in tekst 1 aansluit bij Humes opvatting over trots en bij Aristoteles’ opvatting over trots.
Beargumenteer vervolgens met welke opvatting over trots jij het eens bent: met die in tekst 2, met die van Hume of met die van Aristoteles.
Maak in je afweging duidelijk waarom je het niet eens bent met de andere twee opvattingen over trots.