Background image

terug

Vraag 8

Dat emoties in de politiek een steeds grotere rol spelen, blijkt ook uit de opvattingen van de Franse politicoloog Dominique Moïsi. Hij is ervan overtuigd dat internationale politiek weinig te maken heeft met rationele argumenten of strategisch handelen. Volgens hem wordt de politiek in verschillende culturele gebieden bepaald door emoties. De westerse politiek − in Amerika en Europa − komt volgens Moïsi voort uit angst. Men is bang voor terrorisme uit de Arabische wereld, voor de opkomst van economische grootmachten als Azië, China in het bijzonder, en voor het aantasten van westerse waarden door de islam. De Arabische wereld − het Midden-Oosten − bedrijft volgens Moïsi politiek vanuit vernedering. Vernedering die is ontstaan toen men aan het Westen het Ottomaanse Rijk verloor, dat tot het eind van de 17e eeuw tot de machtigste naties ter wereld behoorde. Maar ook het feit dat de Arabische landen door toedoen van de westerse wereld beperkt toegang hebben tot de wereldmarkt, voedt het gevoel van vernedering. Volgens Moïsi bestoken de westerse en Arabische landen elkaars waardensystemen vanuit deze emoties. Om het probleem tussen de twee culturen op te lossen, bepleit hij meer aandacht voor de emoties angst en vernedering. Omdat angst en vernedering volgens hem basisemoties zijn, creëert dat wederzijds begrip. Met deze politieke visie verbindt Moïsi het debat over cultuurrelativisme aan het debat over emoties. In emotietheorieën worden doorgaans twee verschillende betekenissen van basisemoties gehanteerd. In het debat over het ontstaan van emoties staan reductionisten en constructivisten tegenover elkaar.

Beargumenteer dat Moïsi het cultuurrelativisme bestrijdt.
Leg daarbij uit welke betekenis van basisemoties Moïsi hanteert en dat Moïsi het reductionisme combineert met het constructivisme.