terug
Vraag 7
Volgens hoogleraar sociale psychologie Gerben van Kleef is het beeld
van een emotionele politicus niet vanzelfsprekend.
tekst 1
In de politiek draait het immers om weloverwogen standpunten en rationele
argumenten. In dat krachtenveld is geen plaats voor emoties. Het tonen van
emoties wordt in de politiek van oudsher gezien als een teken van zwakte (…).
Wie zijn emoties niet weet te beheersen, heeft kennelijk geen controle over
zichzelf en vermoedelijk dus ook niet over de situatie. Dit maakt zo iemand
ongeschikt voor een verantwoordelijke positie in de politiek. Een politicus
moet stabiel, rationeel en evenwichtig zijn, en daarbij passen geen emoties.
bron: Trouw, 11 september 2012
|
|
Maar aan de andere kant ziet hoogleraar Van Kleef juist dat politici die
hun emoties tonen, tegenwoordig steeds meer worden gewaardeerd.
tekst 2
Een lijsttrekker die zijn emoties toont, behaalt een electoraal voordeel. Het
zou namelijk verraden waar een politicus écht voor staat. (…)
Emoties verraden dat iemand iets belangrijk vindt. Zo suggereert blijdschap
dat een politiek doel dichterbij komt, terwijl boosheid impliceert dat een doel
wordt gefrustreerd. Omgekeerd doet een gebrek aan bezieling dus vermoeden
dat een onderwerp een politicus niet zo bezighoudt.
bron: Trouw, 11 september 2012
|
|
Misschien houdt de waardering van emoties verband met hoe we in
verschillende tijden denken over wat het wezen van de mens is. In tekst 1
en 5 komen verschillende waarderingen van emoties naar voren die
uitgaan van de redelijkheid van de mens.
Welke tekst sluit volgens jou het beste aan bij de redelijkheid van de
mens, tekst 1 of tekst 2?
Beargumenteer je antwoord en leg daarin voor elk van de twee teksten
het verband uit tussen de waardering van emoties en de redelijkheid van
de mens.