terug
Vraag 1
De toneelstukken van de Engelse schrijver
William Shakespeare spreken nog altijd tot de
verbeelding. Romeo en Julia werd in 1996
verfilmd met in de hoofdrollen Leonardo
DiCaprio en Claire Danes.
Het verhaal gaat over de tragische liefde
tussen twee jonge mensen, Romeo en Julia,
die behoren tot twee verschillende families die
elkaars vijanden zijn. Hoewel ze verliefd zijn,
moet Julia met een ander trouwen. Om aan
dat lot te ontsnappen, wordt een list bedacht.
Julia drinkt een slaapmiddeltje, waardoor het
lijkt alsof ze dood is.
Vervolgens zou Romeo met een briefje op de hoogte worden gebracht
van deze list. Maar het briefje bereikt hem niet en hij treft Julia levenloos
aan. Om toch voor eeuwig bij haar te zijn, neemt hij daarop een dodelijk
gif in. Als Julia vervolgens uit haar slaap ontwaakt en ziet dat Romeo
dood is, doorsteekt ze zichzelf met een dolk.
Volgens theaterregisseur Ivo van Hove gaat Shakespeare heel ver in het
confronteren van zijn toeschouwers met heftige emoties, juist met emoties
van de toeschouwers zelf die ze liever niet willen zien of liever niet willen
erkennen. Van Hove zegt hierover: |
tekst 1
Het theater dient niet om in de spiegel te kijken, maar om achter de spiegel te
kijken. Shakespeare laat je achter de spiegel kijken naar wie we eigenlijk zijn,
hij laat de diepere lagen zien die we graag verborgen willen houden.
bron: De Groene Amsterdammer, 23 augustus 2012
|
|
Aan de hand van de paradox van de fictionele emoties kan worden
betwijfeld of het door Van Hove genoemde doel van theater wel haalbaar
is.
De filosoof Peter Lamarque bedacht een oplossing voor de paradox.
Leg met behulp van tekst 1 uit wat volgens Van Hove de oplossing is voor
de paradox van de fictionele emoties.
Leg vervolgens uit of Van Hove het met de oplossing van Lamarque eens
kan zijn.