Volgens socioloog Willem Schinkel hebben de emoties rondom Van der
Sloot een groot saamhorigheidsgevoel opgeroepen bij de Nederlandse
burgers. De massale verontwaardiging over zijn gedrag heeft een duidelijk
‘wij-gevoel’ en gezamenlijke opwinding gecreëerd. Burgers zijn daardoor
meer met elkaar verbonden geraakt.
Schinkel geeft in "Saamhorigheidsgevoel" indirect een argument voor het feit dat wij
momenteel in een onwenselijke emocultuur leven. Maar je zou zijn betoog
ook kunnen opvatten als een pleidooi voor de wenselijkheid van de
emocultuur.
Vind jij het wenselijk dat we in een emocultuur leven?
Bepaal je standpunt door uit "Saamhorigheidsgevoel" een argument vóór en een argument
tégen de wenselijkheid van emocultuur te ontlenen en een eigen afweging
te maken.