Niet iedereen in Nederland was onder de indruk van het programma van
Peter R. de Vries. Er kwam ook kritiek. Sommigen vonden dat De Vries
vooral op sensatie gerichte televisie had gemaakt. Het programma
leverde immers, behalve een bekentenis van Van der Sloot onder invloed
van wiet, geen harde bewijzen op. Vanwege de extreem hoge kijkcijfers
en de gunstige verkopen van het programma aan het buitenland, zou De
Vries verschrikkelijk veel geld hebben verdiend.
Ook in de Oudheid werd kritiek geuit op de retorica, zoals door Plato.
Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de kritiek op de uitzending van Peter R. de Vries en Plato’s kritiek op de retorica?