Background image

terug

Vraag 3

In het debat over emoties speelt ook de vraag een rol hoe emoties worden herkend. Ekman ontdekte dat sommige mensen heel goed zijn in het herkennen van emoties van andere mensen. Deze mensen noemt Ekman ‘menselijke emotiemeters’.
Uit een groep van 20 000 proefpersonen uit alle lagen van de bevolking selecteerde hij een kleine groep, die erg goed in staat bleek om te bepalen of iemand liegt of niet. Normaal gesproken hebben mensen een kans van ongeveer 50% om te weten of iemand liegt of niet, terwijl de geselecteerde groep dit met minstens 80% zekerheid wist vast te stellen. Ekman benadrukt dat deze menselijke emotiemeters geen aparte training nodig hebben gehad. Zij blijken gevoelig voor tegenstrijdigheden in getoonde emoties enerzijds en uitspraken die iemand doet anderzijds. Ze merken zelfs de kleinste nuances op in gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal en manieren van bewegen en spreken.
In het onderzoek naar emoties staan twee verschillende benaderingswijzen tegenover elkaar: de fysiologische en de cognitivistische.

Leg uit in welk opzicht dit experiment blijk geeft van een cognitivistische benadering van emoties én in welk opzicht van een fysiologische benadering van emoties.