In de 19e eeuw voer Charles Darwin met zijn schip de Beagle vijf jaar
lang rond de wereld om natuuronderzoek te doen. Bij die reis kwam hij in
contact met verschillende volken en maakte hij nauwkeurige notities over
van alles wat hem daar opviel.
In zijn boek Het uitdrukken van emoties bij mens en dier (1872) brengt hij
daarover gedetailleerd verslag uit. Zo schrijft hij over inwoners van
West-Afrika die, als ze verrast zijn, hun hand op hun mond slaan en
zeggen: “Mijn mond kleeft aan me.”
In het fragment "Uiten van verbazing" gaat Darwin in op andere manieren waarop
uiting wordt gegeven aan verbazing.
Een eeuw later vraagt Paul Ekman zich af of de stelling van Darwin over
het verband tussen gezichtsuitdrukkingen en emoties wel klopt. Hij besluit
daarom zelf onderzoek te doen.
Leg uit of het onderzoek van Ekman de stelling van Darwin in "Uiten van verbazing"
bevestigt.
Lever tevens een punt van kritiek op de onderzoeksmethode die Ekman
hanteert en een punt van kritiek op de conclusie die Ekman uit zijn
onderzoek trekt.