Background image

terug

Vraag 12

Bioloog en etholoog Frans de Waal is gespecialiseerd in het gedrag van mensapen. In zijn boek Van nature goed (1996) brengt hij verslag uit van onderzoek naar de moraliteit van apen. Volgens de Waal reageren veel dieren, niet alleen mensapen maar ook olifanten en dolfijnen, op elkaars pijn en ellende. Het basiselement van dit medelijden is volgens hem wederzijdse gehechtheid. Daarnaast speelt de prikkeling door de emoties van de ander een belangrijke rol. Deze twee elementen zorgen ervoor dat de genoemde dieren een zorgend gedrag vertonen dat lastig is te onderscheiden van menselijke uitingen van zorg voor de ander.

De Waal geeft een voorbeeld van zorg voor andere dieren door te vertellen over een kapucijnaapje in de jungle van Venezuela dat met gedeeltelijk verlamde benen was geboren. De aap kon klimmen, maar niet springen en moest van de ene tak naar de andere worden gedragen. Onderzoekers stelden vast dat het gehandicapte aapje veel meer door de leden van de groep werd geholpen dan normaal was voor zijn leeftijd. De Waal is er door dit soort onderzoek van overtuigd geraakt dat het verschil in moreel gedrag tussen mensen en dieren niet wezenlijk is. Als De Waal gelijk heeft en mens en dier niet wezenlijk van elkaar verschillen, dan kan de vraag onderzocht worden of dieren op dezelfde manier medelijden kunnen hebben als mensen.
Ook kan dan de opvatting van Aristoteles over medelijden worden toegepast op het gedrag van de kapucijnapen.

Kan de zorg voor het kapucijnaapje door de andere leden van de groep worden omschreven als medelijden?
Beargumenteer je antwoord aan de hand van de vier elementen waaruit medelijden volgens Aristoteles bestaat.