Net als Sven Kramer kreeg ook Gerard Kemkers direct na de gebeurtenis
een camera voor zijn neus om een verklaring te geven. Hij noemde zijn
fout het allergrootste angstscenario dat een coach kan overkomen. Door
zijn blunder had hij de winst en dus het lot van zijn pupil verpest.
Maar ook Kemkers’ eigen lot kwam aan het wankelen. Net als Sven
Kramer had hij jaren achtereen dag in dag uit alles geïnvesteerd in de
Olympische Spelen. Hij rekende evenzeer op de gouden medaille als
Sven Kramer zelf. Door deze fout had Kemkers gefaald in zijn levenstaak,
hetgeen hem opzadelde met grote twijfels over zichzelf.
Naast fysiologische en cognitivistische emotietheorieën bestaat er ook
een existentialistische emotietheorie. Daarin wordt een onderscheid
gemaakt tussen angst en vrees.
In welk opzicht is er in het hierboven beschreven angstscenario van Kemkers sprake van vrees en in welk opzicht is er sprake van angst?