Background image

terug

Vraag 6

In de negentiende eeuw onderzocht de filosoof Friedrich Nietzsche de Griekse kunst en cultuur in zijn boek 'De geboorte van de tragedie uit de geest van de muziek'. Volgens hem werken er in een tragedie twee tegengestelde krachten. Aan de ene kant een wrede en mateloze kracht en aan de andere kant een fantasievolle en dromerige kracht. De wrede mateloosheid is uiteindelijk sterker dan de dromerige fantasie: tragedies kennen immers altijd een ongelukkig einde.
Nietzsche vindt de Grieken een sterk en krachtig volk omdat zij kunnen genieten van tragische verhalen. Volgens Nietzsche roept een tragedie dan ook absoluut geen medelijden op, zoals Aristoteles beweerde. Een tragedie toont dat de mens zich niet moet laten misleiden door de fantasie, maar het leven altijd vol energie moet vieren, hoe ellendig het soms ook is.
Deze opvatting van Nietzsche over het effect van tragedies valt goed te rijmen met zijn analyse van de emotie medelijden en zijn opvatting dat de mens de herenmoraal moet verkiezen boven de slavenmoraal.

Beargumenteer vanuit Nietzsches opvatting over het effect van een tragedie dat hij de herenmoraal verkiest boven de slavenmoraal. Leg je antwoord uit aan de hand van Nietzsches analyse van medelijden en zijn onderscheid tussen herenmoraal en slavenmoraal.