Background image

terug

Vraag 2

Toen het theater in de vijfde eeuw vóór onze jaartelling in Griekenland ontstond, hield men van een ander soort voorstellingen dan musicals. In die tijd smulden de toeschouwers van tragedies, serieuze stukken die dramatisch eindigen met de ondergang van een heldhaftig persoon. Ze zijn meestal gebaseerd op verhalen uit de Griekse mythologie en gaan over zware thema's zoals liefde en haat, wraak en verraad.

De verhalen in Griekse tragedies zijn vaak zó onwaarschijnlijk, dat het voor de toeschouwers niet gemakkelijk is om zich erin te herkennen. Om te bereiken dat toeschouwers zich toch identificeren met de hoofdpersoon, wordt in veel tragedies een koor opgevoerd.
De leden van het koor in een Griekse tragedie becommentariëren de ellende in het verhaal en geven hun emoties daarbij weer. Deze emoties zijn voor de toeschouwers onmiddellijk herkenbaar. In poëtische stijl, onder begeleiding van harmonieuze en aantrekkelijke fluitmuziek, vertellen de koorleden bovendien over de achtergrond en voorgeschiedenis van het verhaal. Daardoor kunnen de toeschouwers de gebeurtenissen goed begrijpen.
De rol van het koor binnen een tragedie voldoet aan de drie doelen van een redevoering zoals die worden beschreven in de klassieke retorica.
De Romein Quintilianus schreef in de eerste eeuw na onze jaartelling het handboek 'De opleiding tot redenaar'. Daarin onderscheidt hij twee soorten emoties om de doelen van een redevoering te bereiken, namelijk pathos en ethos.

Geef aan wat de drie doelen van een redevoering zijn volgens de klassieke retorica en laat zien hoe je deze drie doelen herkent in de rol die het koor speelt in een Griekse tragedie.
Leg tevens uit op welke manier het koor volgens Quintilianus gebruik kan maken van pathos en ethos om deze doelen te bereiken.