Background image

terug

Vraag 9

Retorica is de wetenschap of kunst van het goed en overtuigend spreken. Maar naast het overtuigend spreken is er ook een non-verbale retorica: de kunst van het zwijgen.
Zo zou je kunnen stellen dat de scène waarin een boer voor het eerst met een vrouw in het grasland zit te zwijgen omdat hij zijn emoties niet verwoord krijgt, een groot retorisch effect op de kijkers heeft. Aangenomen dat de producent en de regisseur van het programma hoge kijkcijfers beogen, is het immers niet voor niets dat zo’n zwijgscène op precies dat moment in het programma wordt gemonteerd. Ook over de montage van de beelden van de vrouwen die op bezoek zijn bij een boer en zich uiten in ‘stromen van gevoelens’ zal van tevoren goed zijn nagedacht. Het programma is uit kijkcijferoogpunt bekeken een kraker.
De retorica bestaat uit een aantal elementaire onderdelen, waaronder de doelen en de middelen van redevoeringen.
Volgens Aristoteles zijn er drie middelen om het publiek te overtuigen.

Leg de drie retorische middelen uit die Aristoteles onderscheidt.
Welk van deze retorische middelen sluit het meest aan bij de wijze waarop het gedrag van de boeren, en welke bij de wijze waarop het gedrag van de vrouwen in het programma is gemonteerd?