Background image

terug

Vraag 5

De opvattingen van aanhangers van de Stoa, zoals Seneca, zijn in onze eigen tijd opnieuw in de belangstelling gekomen. Daarbij worden de stoïcijnse ideeën niet alleen opnieuw uitgewerkt maar ook bekritiseerd, zoals bijvoorbeeld door Martha Nussbaum in haar boek ‘Oplevingen van het denken’. In dit boek doet zij een poging om het stoïcijnse standpunt ten aanzien van emoties opnieuw te doordenken. Het standpunt van Nussbaum ten aanzien van emoties wordt om die reden ook wel neo-stoïcijns genoemd. In haar beschouwingen beschrijft Nussbaum vier factoren die bij emoties een rol spelen. Eén van de factoren speelt bovendien een rol in haar kritiek op filosofen zoals Seneca.

Hoe zijn de vier factoren, die volgens Nussbaum een rol spelen bij emoties, in de woede van Achilles te herkennen? Geef daarbij aan welke kritiek Nussbaum heeft op het stoïcijnse standpunt over emoties van Seneca.