Background image

terug

Vraag 10

Het merkwaardige van de fantasie over ‘Cocagne’ is dat deze op gespannen voet staat met de middeleeuwse en Bijbelse verwachting van een hiernamaals.
Deze Bijbelse verwachting is vooral geestelijk van aard. De gelovigen moeten zich op het hiernamaals voorbereiden door af te zien van aardse geneugten en door sober te leven. In ‘Cocagne’ of ‘Luilekkerland’ draait het juist om het zoveel mogelijk toegeven aan aardse lusten.
Als de middeleeuwers in staat waren geweest in onze tijd hier en nu rond te lopen, hadden ze zich waarschijnlijk permanent verbaasd. Want waarover zij fantaseerden in verhalen over ‘Cocagne’, ligt voor veel moderne mensen binnen handbereik: in onze maatschappij is voedsel in overvloed, hebben we vormen van arbeidsloos inkomen, kunnen we het klimaat in onze huizen beheersen en kunnen we met behulp van plastische chirurgie onze jeugd verlengen.
Het is echter de vraag in hoeverre wij met al onze verworvenheden ‘gelukkig’ genoemd kunnen worden. Thomas More schrijft in zijn ‘Utopia’ uitgebreid over ‘genietingen van het menselijk lichaam’ en het bereiken van geluk.

Leg uit welke opvatting Thomas More heeft over genot en geluk.
En geef aan wat het verschil is tussen deze geluksopvatting en de geluksopvatting in de fantasie over het land ‘Cocagne’.