Background image

terug

Vraag 9

Volgens de opvattingen van Hans Achterhuis zijn fantasieën zoals over ‘Cocagne’ nog
geen utopieën, hoewel zij wel enkele kenmerken daarvan bezitten. Pas in de
‘waanzinnige veertiende eeuw’ is volgens hem de grondslag gelegd voor de latere bloei
van de utopie. Door de ellende van die tijd – hongersnood, oorlogen en vooral de
‘Zwarte Dood’ (de pest) – werden de mensen niet langer geïnspireerd om alleen maar te
fantaseren over ‘het ideale leven’ (Cocagne) of om te geloven in een hiernamaals. In
plaats van de bestaande wereld in de hoop op betere tijden te aanvaarden, wilden ze
het ideale leven direct dichterbij en in praktijk brengen. Men wilde de ellende aanpakken
en een betere wereld realiseren door eigen menselijke inspanningen.

Naar: Utopie, Hans Achterhuis

In de veertiende eeuw vonden volgens Achterhuis dus ontwikkelingen plaats die van groot belang zijn voor het ontstaan van de moderne utopie. Hans Achterhuis beschrijft drie criteria aan de hand waarvan utopieën beoordeeld kunnen worden.

Welke drie criteria zijn dat?
Geef een duidelijke omschrijving van deze criteria.
Beargumenteer welke twee van deze criteria te herkennen zijn de tekst hier boven.