Background image

terug

Vraag 1

In de zogenaamde ‘technische utopie’ gaat men uit van een toekomst waarin men door vooruitgang in de techniek de kwaliteit van het menselijk leven kan verbeteren. Ontdekkingen in de wetenschappen en daaraan verbonden technische uitvindingen spelen daarin een onmiskenbare rol. Veel wetenschappers motiveren hun onderzoek naar de menselijke natuur met het argument dat het de mensheid ten goede zal komen. Zo heeft de geneeskunde in de afgelopen eeuw veel vooruitgang geboekt in het bestrijden van ziektes en heeft zij daardoor bijgedragen aan het verlengen van het leven.

De genetica is de wetenschap die onderzoek doet naar de werking van genen en de eventuele manipulatie daarvan. Genen spelen een grote rol bij het bepalen van ons uiterlijk, hoe slim we zijn, en of we gezond zijn, en dergelijke.
De filosoof Rüdiger Safranski schetst in het tijdschrift ‘De Groene Amsterdammer’ wat ons met betrekking tot de genetica te wachten staat: ‘Bij genenbanken zal men eigenschappen kunnen aankopen. De selectie vindt vóór
de geboorte plaats, maar het blijft een selectie. De genetica zal een hoogtepunt beleven, en er zal een nieuwe klassenmaatschappij kunnen ontstaan van mensen die genetisch gemodelleerd zijn en mensen die nog langs natuurlijke weg en dus minder ‘waardevol’ ter wereld komen’’.
Leg uit wat het verschil is tussen de begrippen ‘politikon zóion’ en ‘homo faber’.
In hoeverre zijn beide begrippen terug te vinden in het citaat van Safranski?
Licht je antwoord toe.