Background image

terug

Vraag 28

Het zoete water in West-Nederland vormt een onderdeel van de milieugebruiksruimte zoet water.
Volgens kaartblad 45E (51e druk: 41E) heeft Noord-Nederland vóór de Rijnkanalisatie te weinig zoet water uit de rivieren ontvangen. Om de beschikbaarheid van zoet water voor Noord-Nederland te vergroten, is de Neder-Rijn (Lek) gekanaliseerd. Met de kanalisatie van de Neder-Rijn (Lek) is gestart in 1954.
De kanalisatie van de Neder-Rijn (Lek) was vanuit milieuoogpunt alleen goed mogelijk als tegelijkertijd ook de Haringvlietsluis zou worden aangelegd.

Waarom was vanuit milieuoogpunt de aanleg van de Haringvlietsluis een voorwaarde om via kanalisatie van de Neder-Rijn (Lek) meer water naar Noord-Nederland te laten stromen?