Op de stippellijn liggen blokjes. (Zie bijlage ''Schaatsbaan'')
De schaatsers rijden hier zo dicht mogelijk langs.
Als een schaatser te dicht langs de blokjes rijdt, kan hij over een blokje vallen.
Daarom rijdt hij ongeveer 30 cm van de stippellijn.
Dit is in de schets aangegeven met de dikke doorgetrokken lijn.
Bereken hoeveel meter de dikke doorgetrokken lijn in werkelijkheid langer is dan de stippellijn.
Schrijf je berekening op. Rond je antwoord af op een geheel getal.