terug
Vraag 8
Hieronder staan twee zinnen over snelheid en remweg.
Vul in elke zin het juiste woord in. Kies steeds uit: ‘langere’ of ‘kortere’.
- .... Een trein die 100 km per uur rijdt heeft een …………………… remweg dan een
personenauto die 100 km per uur rijdt.
- .... Een auto die 100 km per uur rijdt heeft op een nat wegdek een ……………………
remweg dan op een droog wegdek.