Background image

terug

Vraag 9

Een scooter rijdt 11 m/s (ongeveer 40 km/h).
Hij nadert een woonerf, waar maar 30 km/h mag worden gereden.
Op het moment dat hij het bord ziet, rijdt hij nog 0,6 s door met dezelfde snelheid, voordat hij afremt naar 30 km/h.
→ Bereken de afstand die hij rijdt in die 0,6 s.

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................