Background image

terug

Vraag 2

Ivette eet vandaag boontjes uit de diepvries.
Zij doet de boontjes in een pan met water.
Ze zet de pan op het fornuis en na enige tijd begint het water te koken.
Hieronder staan 4 verschillende processen.
  • warm worden van de pan
  • ontdooien van de boontjes
  • koken van water
  • gaar worden van de boontjes
→ Geef bij elk proces aan of het gaat om een chemische reactie of om een natuurkundig verschijnsel.

Doe het zo:
  • warm worden van de pan: … (chemische reactie/natuurkundig verschijnsel)
  • ontdooien van de boontjes: … (chemische reactie/natuurkundig verschijnsel)
(enz. tot het laatste genoemde proces.)