Background image

terug

Vraag 17

Lees de tekst in het tekstblokje staat.
Een gezondheidscommissie bezocht rond 1900 een woning.

De achterafwoningen waren door een smal gangetje te bereiken. We
kwamen in een overdekte ruimte met twee open wc’s. Daarachter was een
woonvertrek van drie bij drie-en-een-halve meter, waar een echtpaar met
acht kinderen woonde. Hier kookte en sliep een heel gezin. De kamer was
gebouwd boven een kelder vol water en was aan één kant door planken
gescheiden van een varkenshok.
Bewering: Dit moet wel een woning van een werkloze arbeider zijn, want arbeiders met
werk konden een betere woning betalen.
→ Is deze bewering juist of onjuist?