Background image

terug

Vraag 28

Lees onderstaande tekst.

Het verhaal van Wiebe de Rooy (geboren in 1897) over vroeger.

Mijn vader was baggeraar. Zijn werk was vies en zwaar. Ik herinner mij nog goed dat toen
ik in de vierde klas (= groep 6) zat mijn vader naar de meester ging. Hij zei dat hij me van
school nam. Ik vond het jammer, want ik wilde graag leren. Je had toen helemaal niets:
geen boeken en geen radio. Televisie bestond nog niet en áls er al televisie had bestaan
dan kon je het toch niet betalen. Om te overleven moest bij ons thuis iedereen werken,
werken en nog eens werken. Toen ik ouder werd, ben ik getrouwd en boerenarbeider
geworden. Boerenarbeid was ook hard werken, maar niet te vergelijken met het werk in
de tijd toen ik nog klein was.

Enkele beweringen naar aanleiding van de bron:
  1. Toen Wiebe op school zat, was er nog geen studiefinanciering.
  2. Ondanks zijn gebrekkige scholing maakte Wiebe later wel carrière.
  3. Volgens Wiebe was het vroeger een betere tijd om in te leven dan nu.
  4. Rond 1900 gingen kinderen als Wiebe na de lagere school niet verder studeren.
Welke twee beweringen over de bron zijn juist?