Background image

terug

Vraag 2

Hieronder staan twee rijtjes over de handel tussen Nederland en Indonesië in de 19e eeuw:

begrippenomschrijvingen
  1. batig slot
     
  2. cultuurprocenten
  3. Cultuurstelsel
  1. Boeren werden gedwongen producten voor de Europese markt
    te verbouwen.
  2. De handelswinst was voor de Nederlandse schatkist.
  3. Geld dat de vorsten van de Nederlandse bestuurders kregen.

Welke omschrijving hoort bij welk begrip?