Background image

terug

Vraag 29

In 1936 was ik een gescheiden vrouw met kind. Mijn steun was f 9,50 per week. Dat
was zo weinig dat ik uitkeek naar een bijverdienste. Ik kreeg een baantje op ’t Singel.
Daar werkte ik één dag in de week van acht tot acht. Ik verdiende 1 gulden per dag.
Maar ik werd verraden! Ik kwam in een strafregeling: zes weken lang kreeg ik niks,
geen cent!
De overheid zou eigenlijk blij moeten zijn dat de vrouw een baantje kreeg.
Waarom kreeg de vrouw toch te maken met een strafregeling?