In het skelet in de bijlage komen gewrichten, kraakbeenverbindingen en naadverbindingen voor.
De afbeelding geeft een deel van het skelet weer.
Welke verbinding bevindt zich op plaats P? En welke op plaats Q?
Schrijf de juiste verbinding op.
gewricht | kraakbeenverbinding | naadverbinding | |
P | |||
Q |