Background image

terug

Vraag 40

In een artikel staat:

Eekhoorns leven in bossen.
Ze hebben een korte snuit en grote ogen.
Aan hun poten hebben ze stevige nagels, waarmee ze vlug in bomen kunnen klimmen.
In de bomen voelen ze zich thuis.
Met hun krachtige achterpoten kunnen ze enorme sprongen maken, bijvoorbeeld naar een andere boom.
Als eekhoorns van boom tot boom springen, gebruiken ze hun grote staart om het evenwicht te bewaren.
Eekhoorns eten eikels, beukennootjes en dergelijke.
Hierbij gebruiken ze soms hun voorpoten.



De lichaamsbouw van een eekhoorn is aangepast aan het leven in bossen.
→ Schrijf twee van zulke aanpassingen op. Gebruik de bovenstaande informatie.