De zinnen in de tabel gaan over het begin van een zwangerschap.
1 | De eicel wordt bevrucht in de eileider. |
2 | Het embryo nestelt zich in het baarmoederslijmvlies. |
3 | Bij de ovulatie komt een eicel vrij. |
4 | Er vormt zich een placenta (moederkoek). |
Wat is de juiste volgorde?