bron
Het gemiddelde waterverbruik in Nederland per persoon per dag in drie
verschillende jaren
cijfers in liters per persoon
1992
1998
2004
bad
8,0
6,7
2,8
douche
39,5
39,7
43,7
wastafel
3,7
5,1
5,1
toilet
42,7
36,2
35,8
kleren wassen, met de hand
2,5
2,1
1,5
kleren wassen, met de machine
23,2
23,2
18,0
afwassen, met de hand
8,8
3,8
3,9
afwassen, met de machine
0,7
1,9
3,0
eten koken
2,6
1,7
1,8
koffie, thee, water drinken
1,5
1,5
1,6
overig
3,3
6,1
6,4
totaal
136,5
128,0
123,6
Karel, Iris en Arzu denken dat het begrip duurzaam waterverbruik van
toepassing is op bovenstaande bron. Ze geven alle drie een argument:
Karel zegt: “Het waterverbruik per persoon is afgenomen.”
Iris zegt: “Het waterverbruik voor het toilet is afgenomen.”
Arzu zegt: “Het waterverbruik voor het kleren wassen is afgenomen”.
Welke leerling noemt of welke leerlingen noemen een juist argument?