Background image

terug

Vraag 18

Kira houdt in de klas een spreekbeurt over de kringloop van het water.
Aan het eind van haar spreekbeurt vraagt zij aan haar klasgenoten waar zich het meeste zoete water bevindt.
Akke zegt: “In sneeuwkappen en gletsjers.”
Femke zegt: “In de oceanen.”

Wie heeft er gelijk?