Vleesetende planten komen voor in een
omgeving met weinig voedingszouten in de
bodem. Zulke planten lokken, vangen, doden en
verteren hun ‘prooien’. Uit de verteerde prooien
nemen ze voedingszouten op, zoals nitraten. In
vleesetende planten treedt wél fotosynthese op. In de afbeelding is een cel uit een blad van een vleesetende plant weergegeven. |