Sommige klokken hebben een slinger. Zie de figuur hiernaast. Een slinger met
een goede lengte zorgt ervoor dat de klok op tijd loopt. De tijd die de slinger nodig
heeft om één keer heen en weer te gaan noemen we de slingertijd T. Als de lengte
van de slinger groter wordt, dan wordt ook de slingertijd groter.
Tussen de slingertijd T (in seconden) en de lengte l (in meters) van de slinger bestaat het
volgende verband:
T = 2 × √l
Rachma zegt: „Als de lengte van de slinger twee keer zo groot wordt, wordt de slingertijd ook twee keer zo groot.”
Leg uit waarom jij het wel of niet met Rachma eens bent.