Background image

terug

Vraag 10



In de sluis maakt de schipper de boot met een touw tussen B en C aan de kade vast. Zie tekening 4. Het punt C op de boot ligt op gelijke hoogte met de punten A en B op de rand van de kade. De afstand tussen A en C is 0,9 meter en de afstand tussen A en B is 4 meter.

Bereken in één decimaal hoeveel meter de lengte van het touw tussen B en C minimaal is. Schrijf je berekening op.