Jorien gaat met haar broertje fietsen. Op een gegeven moment maakt het
voorwiel van Joriens fiets 80 omwentelingen per minuut. Het broertje van Jorien
fietst even snel als Jorien. De diameter van het voorwiel van zijn fiets is 1,5 keer
zo klein als de diameter van het voorwiel van Joriens fiets.
→ Hoeveel omwentelingen per minuut maakt het voorwiel van de fiets van het
broertje van Jorien? Leg uit hoe je aan je antwoord komt.