In alinea 6 staat dat mevrouw Jongkind iets positiefs heeft georganiseerd om het probleem van hinderlijk rondhangende jongeren aan te pakken.
Citeer een zinsgedeelte uit alinea 4 dat een verklaring geeft voor het feit dat professor Van Acker positief zal staan tegenover de inbreng van de buurt.