Background image

terug

Vraag 31

„Hofman huivert bij de gedachte dat kennis van het onvoltooide puberbrein reden gaat worden voor opvoeders om zich intensiever met pubers te bemoeien.” (regels 95-98)
Citeer de zin uit alinea 11 die het beste weergeeft waarom Hofman zich zorgen maakt.
Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van deze tekst weer?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Onvoltooid puberbrein