Dit onderdeel bevat twee opdrachten. Lees eerst de informatie goed door en maak daarna
pas de opdrachten.
Verplaats je in de volgende situatie en bedenk daarbij dat, als er in een opdracht ‘je’,
‘jou(w), of ‘jij’ staat, je verplicht bent gebruik te maken van de gegevens die in de
opdracht staan. Je mag wél je eigen naam en plaatsnaam gebruiken.
Op 5 januari 1986 ben je in Zambia geboren. Je hebt Nederlandse ouders die, vijf maanden voordat jij geboren bent, naar Zambia zijn verhuisd om daar te gaan werken. Thuis sprak je Nederlands. Met je vrienden en vriendinnen sprak je Engels en ook op school (van augustus 1992 tot januari 2003 op de International School in Lusaka; geen diploma) was Engels de voertaal. Omdat het werkcontract van je ouders werd beëindigd en zij voor jou geen goede opleidingsmogelijkheden in Zambia zagen, is jullie gezin drie maanden geleden naar Nederland teruggegaan. Je woont nu met je ouders in een nieuwbouwwoning. Volgens de Nederlandse wet moet jij nu een inburgeringscursus volgen. Je krijgt in deze cursus onder andere informatie over de mogelijkheden om hier te studeren en te werken. Je hebt via de gemeente waar jij nu woont een oproep gekregen voor de cursus, maar door een domme fout ben je deze brief van de gemeente kwijtgeraakt. |