Schrijfopdracht
Thuis zie je toevallig ’s avonds een tv-programma over Nederlanders in het
buitenland. Het gaat over gepensioneerden die overwinteren in Spanje, maar
ook over inmiddels bejaarde avonturiers, die vroeger met een paar duizend
gulden op zak zijn vertrokken naar bijvoorbeeld Amerika om daar een bestaan te
kunnen opbouwen. Er zijn ook au-pairs, die alleen voor kost en inwoning één of
twee jaar gaan werken bij een gezin in een grote stad ergens in Europa. En er
worden mensen geïnterviewd die in het buitenland een bedrijf of een camping
hebben gekocht.
Als belangrijkste redenen om naar het buitenland te gaan, bijvoorbeeld naar een
land als Spanje, worden in het programma genoemd: het aangename weer, de
ruimte en de mooie natuur. Maar ook de manier van leven en de vriendelijkheid
van de mensen in het nieuwe land spreken de emigranten aan. Van de landen
waar men naartoe is geëmigreerd, komen vooral de positieve zaken aan bod;
van Nederland worden vooral de minder prettige kanten genoemd: in Nederland
slibben de wegen en de steden dicht en met de milieuverontreiniging wordt het
ook maar niet beter. En dan bestaan hier die eindeloze reeksen regeltjes en
voorschriften die regelmatig worden veranderd.
Het programma maakt je nieuwsgierig. Je wilt wel eens meer weten over wonen
en werken of studeren in het buitenland, ook al zou dat ook maar voor één jaar
of een paar jaar zijn. In het televisieprogramma worden o.a. de ambassades als
informatiebron genoemd. Je komt in actie en gaat een brief schrijven naar de
Spaanse ambassade. Het adres vind je in een reisgids: Ambassade van Spanje
in Nederland, Lange Voorhout 50, 2514 EG, Den Haag.
Een brief
Schrijf in de uitwerkbijlage de brief aan de Spaanse ambassade, ter attentie van
de afdeling Emigratie. Dateer de brief op 2 mei 2008. Besteed alleen aandacht
aan de volgende punten: