Het water van een waterval stort naar beneden van A naar B. Zie figuur 19.
Figuur 19
Bij de val wordt de zwaarte-energie die het water in A heeft, in B omgezet in warmte.
Uit het hoogteverschil van de waterval berekent men dat een massa water van 1 kg een
hoeveelheid energie omzet van 300 J.
Bereken de temperatuurstijging die 1 kg water krijgt door de val.