Toos en Wim nemen 0,5 l (= 0,5 kg) water van 15 °C en doen dat in een bekerglas.
Om het gasverbruik te meten, sluiten ze een gasmeter aan. Zie figuur 10.
Figuur 10
Toos en Wim berekenen uit de standen van de gasmeter dat het aardgas 4,8·105 J heeft
geleverd als het water juist kookt.
De soortelijke warmte van water is 4,2·10³ J/(kg·K).
Bereken het rendement bij het aan de kook brengen van het water. (Bereken daartoe
eerst de hoeveelheid warmte die nodig is om 0,5 kg water van 15 °C op een temperatuur
van 100 °C te brengen.)