In de volgende figuur zie je de sprong van een polsstokhoogspringer schematisch aangegeven. De
beweging van de polsstokhoogspringer is gefilmd. Van de filmbeeldjes is er steeds na 0,25 s
één gebruikt voor deze figuur.
In bovenstaande figuur zie je aan het begin een l staan en op het hoogste punt van de sprong het
cijfer 14, omdat dit het 14e plaatje is.
Welke energie-omzetting benut de springer als hij zijn snelheid gebruikt om (met behulp
van de polsstok) over de lat te komen?