Hans en Rob krijgen een lampje voor een practicumproef.
Net boven de schroefdraad staat op het lampje: 6V/3W.
Hans en Rob verschillen van mening over de betekenis daarvan.
Hans zegt: ”Bij een spanning van 6 V levert het lampje 3 watt aan licht.”
Rob zegt: ”Bij een spanning van 6 V neemt het lampje 3 watt aan vermogen op.”
Welke van bovenstaande uitspraken is of zijn juist?