In een flipperkast wordt een balletje weggeschoten door een trekker die met een veer
werkt. Zie de figuur.
Figuur
Arno wil de beweging van het balletje in de flipperkast nader bekijken. Eerst wil hij het
verband weten tussen de kracht F van de veer en de afstand s waarover de veer is
ingeduwd. Zie de figuur.
Arno gebruikt hiervoor een lineaal en een krachtmeter.
Zijn metingen staan in de tabel.
s | F |
0 cm | 0 N |
2 cm | 6 N |
4 cm | 12 N |
6 cm | 18 N |
8 cm | 24 N |
10 cm | 30 N |
Teken met behulp van de gegevens uit de tabel in de figuur op de bijlage “Uitwerkbijlage” de grafiek die het verband tussen F en s weergeeft.