Emiel voert een practicum uit. Hij gebruikt blokjes met een gewicht van
ongeveer 2,4 N.
Emiel maakt de volgende opstelling en trekt rechts het touw met een
constante snelheid omlaag.
Teken in de afbeelding de spierkracht met de juiste lengte en in de
juiste richting. Noteer de grootte naast de afbeelding. Verwaarloos het
gewicht van de katrollen en het touw.
Krachtenschaal: 1 cm 0,5 N.
Fspier = ………… N