De leiders van de katholieke en protestantse organisaties vonden de verzuiling
noodzakelijk. Zij waren bang dat in confessionele arbeidersgezinnen de modernisering van
de samenleving nadelige gevolgen kon hebben.
Hieronder volgen enkele ontwikkelingen rond 1900:
a Boeren gaan met hun gezinnen in industriesteden wonen.
b Het kiesrecht wordt uitgebreid tot algemeen kiesrecht voor mannen.
c Veel getrouwde vrouwen gaan fabrieksarbeid verrichten.
Noem bij elke ontwikkeling een mogelijk nadelig gevolg waar de confessionele leiders
bang voor waren.